Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>grootsten der koningen en der beulen, onder Napoleon hebt gediend?</p>
<p>Zie, kameraad, wilt gij hebben dat wij goede vrienden blijven, ehwel, spreek niet aldus van den grooten man. ._. Denk er over zooals gij wilt, maar de arme moeders, wier zoons en echtgenoots hij deed vermoorden, zullen er anders over oordeelen.</p>
<p>• Dat iS waar, velen hebben er het leven bij gelaten, ik zelf ben slechts door een gelukkig toeval ontsnapt, maar wat wilt gij, er zijn altijd koningen _geweest, er zullen er altijd zijn, en hij, de groote Napoleon, is ten minsten van klein groot geworden en heeft al die trotsche gekroonden doen buigen als koorn voor den wind. En ik zeg dat er altijd geene koningen zullen zijn. En wat zal er dan zijn? De republiek. —De republiek, arme jongen, wij hebben het gezien in Frankrijk, dat is onmogelijk. Onmogelijk gelijk alle nieuwe dingen. Maar nogthans bestaat zij in Amerika. Maar niemand wil er hier van. ...._ Dat doet niets ter zake. In den beginne wilde niemand van de aardappelen eten en heden worden zij in alle huizen gekookt. Sapperloot, kameraad, gij hebt overal uwe antwoorden op, maar zij bewijzen weinig. Niets bewijzen! mijne woorden zeggen alles, want zij toouen dat de klachten en opmerkingen der menschen tegenover het nieuwe meer uit vooroordeel dan uit de onpraktischheid van het nieuwe voortspruiten. Hebben wij niet gezien dat De Potter, het grootste figuur der omwenteling, de rechtzinnigste onzer strijders, voor de republiek was, alsook een groot getal zijner vrienden. Dat is waar, maar ook hij is niet gelukt! Pleit dit tegen de republiek of tegen de laffe menschea?</p>
</text>
|