Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>Men ziet, het kwam nog eens de vorigen tegenspreken en was geschikt om de stevigste karakters te doen wankelen, de grootste veldheeren te doen twijfelen.</p>
<p>Nauwelijks had de man het hoofdkwartier verlaten, of Victor hoorde binnen inde tent eene hevige woordenwisseling. Hij luisterde aandachtig en hoorde op eens generaal Daine in bittere klachten en heftige bewoordingen tegen de bevelhebbers van den krijgstocht uitvaren. En tot slot van dien uitval, waarin verontwaardiging en toorn doorstraalden, riep hij uit :</p>
<p>ledereen maakt hier deel van de partij der samenzweering, tot zelfs de koning! (t)</p>
<p>Eene doodsche stilte,welke slechts eenige sekonden duurde, volgde op die erge beschuldiging. Wie weet was Daine zelf niet verschrikt over haar gewicht.</p>
<p>Kort daarop echter hernam de redetwist met meer vuur dan vroeger. Generaal de Failly drong er op aan dat dit vierde en laatste bevel werd uitgevoerd, zooals hij op het Slagveld op den aftocht had aangedrongen. Hij eischte de volvoering van het koninklijk bevel, dat de samenvoeging met het leger van generaal Tieken behelsde. De officieren van Daine en voornamentlijk zijn aide de camp Capiaumont verzetteden zich hardnekkig tegen het koninklijk bevel, dat zij een valstrik noemden. Jolvoer dit bevel niet, generaal, sprak Capiaumont tot Dame, maar laat ons op Sint-Truyen rukken en het Hollandselle leger met generaal Saxen-Weymar aan het hoofd, er uit werpen; dan begeven wij ons naar Thienen en kunnen onze vereeniging met het Scheldeleger bewerken, zonder vrees door de Hollanders omsingeld en versmacht te worden,</p>
<p>(1) Daine heeft die woorden, door de gebeurtenissen meer dan gewettigd, uitgesproken. (Zie Histoire politique et militaire de la Belgique 1830-1831, door IluyeaEcirr, bladz. 181.) 22</p>
</text>
|