Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>laarzen uit, om hoegenaamd geen gerucht te verwekken en spoedde mij zoo snel als de omstandigheden het toelieten, voorwaarts. Ik had een lichten heuvel voor mij. Met omzichtigheid rondziende, een pistool in iedere hand, naderde en beklom ik hem. Naarmate ik dichter tot zijn top kwam, meende ik geruchten te vernemen. Ik schrikte in de eerste oogenblikken, wierp mij neder en kroop op handen en voeten den heuvel verder op.</p>
<p>Gij zijt een Moedige soldaat, onderhreekt Niellon, die met gespannen aandacht het verhaal des vrijwilligers aanhoort.</p>
<p>Ik dank u, ik dank u, generaal, voor die woorden, zegt André aangedaan. En hij vervolgt : Dit klimmen op handen en voeten duurde omtrent acht tien minuten. Ik naderde den top en kon reeds in de verte duidelijke geruchten onderscheiden. Of te wel verried ik mij door den drift om te zien en te weten, of te wel hielden de Hollanders goed de wacht, ik weet het niet, maar op eens hoorde ik roepen :</p>
<p>Wie daar?</p>
<p>Oogenblikkelijk bleef ik liggen, mij niet durvende verroeren, om niet ontdekt te worden; de kreet werd niet meer herhaald, de schildwacht meende zeker zich te hebben bedrogen. De top van den heuvel was bezet. Nu wist ik het. Ik wilde meer weten; ik was op den top des heuvels en kon wellicht in de vlakte zien. Met de meeste omzichtigheid stak ik het hoofd door het kreupelhout, dat hier en daar den heuvel bedekte en waartusschen ik mij °verscholen had. Nauwelijks was mijn hoofd boven de struiken of ik stond erpletst. Aan den voet .‘ an den heuvel strekte het Hollandsch kamp zich uit, door allerlei vuren sterk verlicht, omdat de vijand geene overrompeling van ons vreesde misschien.</p>
<p>De Hollanders aan de overzijde van den heuvel, zegt gij, vraagt de generaal nadenkend.</p>
<p>Ja, generaal.</p>
<p>—En line ver ligt die heuvel van hier?</p>
</text>
|