Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>er aan, want de inlichtingen die hij langs Brussel, van zijn broeder Victor over het Maasleger had ontvangen, hadden hem reeds dden voorzien en vreezen wat er gebeuren zou. Hoe is uw naam, moedige vrijwilliger, vraagt Niellon op eens aan André. André Van Acken, antwoordt deze. André Van Acken, spreekt Niellon op waardigen toon, gij hebt u als een held gedragen; ontvang mijnen dank, ik zal u gedenken; ga mijn aide de eamp verwittigen dat ik hem oogenblikkelijk spreken wil en keer met hem terug, ik zal u nog behoeven. Ga.</p>
<p>André vertrok en keerde eenige oogenblikken daarna met een der officieren van Niellon terug. Mijnheer, sprak deze tot zijnen aide de camp, doe °ogenblikkelijk het leger wekkaii en tot den marsch gereed maken; alles moet met de meeste stilte gebeuren, spoed en keer terug. De officier stond in den eersten °ogenblik over dit bevel verbluft, maar gehoorzaamde en vertrok. Korten tijd nadien waren de orders uitgevoerd en stonden de soldaten tot voortrukken gereed; zij wachtten slechts het woord “ voorwaarts af. Middelerwijl had André op verzoek van Niellon, met de meeste nauwkeurigheid, den te volgen weg, de ligging, de vermoedelijke sterkte des vijands aangeduid. Toen hij had geëindigd, zeide Niellon : Met vijf kwart uurs vallen wij de Hollanders op het lijf, met twee uren zijn wij meester van hun kamp en hunner kanonnen. Heer prins van Oranje, dat zal de kansen gelijk stellen en dus doen keeren. Eenige oogenblikken later waren de hoogste officieren in Niellon's tent vergaderd. Mijnheeren , zeide hij op mannelijken toon, een uur van hier ligt een Hollandsch kamp, met achttien kanonnen. Wij gaan het overrompelen en in bezit nemen.</p>
</text>
|