Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>gaan, maar weldra het onmogelijke dier daad beseffende, strekte zij de handen in de richting der soldaten en riep tranen stortende uit :</p>
<p>Mijne kinderen, ach mijne kinderen!</p>
<p>Toen zij niets meer in de verte bemerkte, bleef zij nog een poos staan, maar weldra op nieuw door koorts aangegrepen, trok zij als het ware Grietje verder den steenweg op.</p>
<p>Wanneer zij een tijd lang voortgegaan en een weinig aan het vervaarlijk gedruisch gewend geworden waren, zagen zij op eenigen afstand eenige huisjes, rond dewelken een groot heen- en weérgeloop heerschte.</p>
<p>Niet kunnende vermoeden wat dit was, maar daar menschen ziende en hopende inlichtingen in te winnen, misschien een der kinderen te zien, stapten de beide vrouwen moedig door en waren kort nadien dicht genoeg genaderd om te zien wat het was.</p>
<p>Zij bevonden zich tegen het Belgisch hoofdkwartier, waar de koning en zijne stafofficieren zich bevonden en van waar al de bevelen uitgingen. Dit heen- en weêrloopen werd veroorzaakt door de aides de eamp, die te paard den steenweg naar het slagveld opvlogen om de bevelen te dragen, of in vollen draf terugkeerden om er nieuwe te halen.</p>
<p>Hier alwar vonden zij eenige moeielijkheid om verder te gaan, maar door haar eerlijk en burgerlijk uitzicht, door het opgeven der reden harer reis, hadden zij die weldra overwonnen, en konden zij in een boerenhuisje treden, dicht bij het hoofdkwartier gelegen, en dat door geen enkel officier ingenomen was.</p>
<p>Daar vonden zij eene goede oude boerin, die ten volle mevrouw Van Acken's smart begreep , omdat ook hare beide zonen in het leger medestreden. De arme boerin vond geene woorden genoeg om hare bewondering over de beide vreemden uit te drukken ,die uit liefde tot kinderen en broeders zooveel gevaren trotseerden. Zij stelde zich gansch ten haren dienste en</p>
</text>
|