Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>alles wat gij weet,dit onverwachte nieuws maakt ons overgelukkig en moest het nog eens vernietigd worden!... 0, schrik niet, goede mevrouw. Ja, ik geloof dat de priester, die hier dezen morgend kwam, uw zoon is en wacht hier een oogenblik, ik zal hem doen roepen, hij is hier in de nabijheid voor het verzorgen der gekwetsten. Hier dicht bij, zegt gij, maar ik zal er zelf bij gaan, ik wil hem zien, en daarmede stond mevrouw Van Acken recht en trad op de deur toe. Op eens werd deze door een jong boerken van omtrent 12 jaar geopend, die verschrikt naar de oude boerin liep, roepende:</p>
<p>Grootmoeder, ach grootmoeder! Wat is er kind, vroeg de boerin, terwijl mevrouw Van Acken bleef staan, angstig luisterende, een nieuw ongeluk vermoedende. Een heel regiment is vernield, grootmoeder. Een geheel regiment! Is het van de Belgen? Ja, grootmoeder, het regiment van Niel... Van Niellon.... ach, mijn arme zoon! kreet de oude vrouw, snikkend neérvallende. Mevrouw Van Acken, hare eigene smart vergetende, ging tot haar en sprak : Ween niet, goede, brave vrouw, wie weet leeft uw zoon niet nog! Neen, neen! hij zal dood zijn, hij zal dood zijn! riep zij tusschen hare tranen uit. Heb moed; geef alle hoop niet op! goede vrouw. Hij zal dood zijn! Ik heb het altijd gezegd; hij moest ook bij de jagers van Niellon zijn! 0, die ongelukkige! Wat zegt gij, de jagers van Niellon! riep mevrouw Van</p>
<p>Acken verbleekende en Grietje met schrik aanziende. Grietje, zelve door de droeve mare getroffen. wist niet wat antwoorden, terwijl de boerin huilde als een kind over het verlies van haren zoon, dat zij als zeker beschouwde.</p>
</text>
|