Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>TWINTIGSTE HOOFDSTUK.</p>
<p>lIE.T EINDE VAN. EEN POLITIEK CHELMSTUK.</p>
<p>Wij verlieten de legerplaats op het oogenblik dat de Hollanders door hunne nachtelijke krijgsverrichtingen zich gereed maakten de Belgen in hunnen slaap te overvallen. Bij het aanbreken van den dag werden deze laatsten op eens door een hevig geweer- en kanonvuur gewekt. De Hollanders hadden op gansch de lijn den strijd hernomen en de Belgen in hunnen slaap verrast. Dit gaf hun een groot voordeel, dat dubbel werd door de gebrekkige inrichting des Belgischen legers. De Belgen sprongen recht; de voetgangers liepen naar hunne geweren, de kanonniers naar hunne stukken, en korten tijd nadien werd het vuur des vijands duchtig beantwoord. Het gevecht was weldra algemeen. Het zou beslissend zijn; het was de laatste legermacht die Belgie nog tegenover de Hollanders had te stellen, en hare vernietiging was de totale nederlaag, het einde van den krijgstocht. Bij het eerste kanonschot waren André en zijne vrienden insgelijks opgesprongen. Gedurende verscheidene uren hadden zij gewaakt, om bij eene overrompeling het signaal te geven, maar eindelijk niets gewaar wordende dat onraad verried en onder de vermoeienissen en den slaap bezwijkende, hadden zij zich ter ruste gelegd. Pas recht, liepen zij ook naar hunne wapenen, maar zij kregen bevel, even als al het voetvolk, voor het °ogenblik niets te beginnen, tot zoolang de werkingen van het kanongeschut niet zichtbaar waren. Verscheidene soldaten legden zich dan weder neder, weldra zoo gerust slapende, als waren de helsche geruchten, door den strijd veroorzaakt, een wiegelied geweest().</p>
<p>(1) Zie HENDRIK CONSCIENCE, Omwenteling van 1830.</p>
</text>
|