Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>bittere tranen. Vader Willem, geheel in zijne herinneringen, in Zijne vertelling verdiept, vervolgde aldus : Het gerucht van het vreeselijk voorval had zich weldra verspreid en geburen en heeren van het gerecht drongen het huis binnen. Zij vonden den klerk, bloedend uit verscheidene wonden, bewusteloos uitgestrekt en den heer Van Thal dood aan zijn bed liggen. Hee alles dan is toegegaan, kan ik onmogelijk zeggen, want de kantoorbediende had lange dagen bewusteloos in een ziekenhuis gelegen en toen hij eindelijk ontwaakte, zijn denkvermogen, de spraak en kracht terugkreeg, vernam hij met afschuw en schrik, dat de dood van den heer Van Thal aan zelfmoord toegeschreven geworden, zijn huis in failliet verklaard was, de goederen en eigendommen aangeslagen waren; dat de jonge bestuurder naar Hamburg was vertrekken, onder voorwendsel ginder de hangende zaken .van het huis te regelen en de rampzalige Mina, zonder familie en geruïneerd zijnde; door wanhoop gekuaakt, de stad verlaten had! Ach, moeder, wat hebt gij toch moeten lijden, kermde -r'etje en hare tranen stroomden overvloediger dan ooit. --De beker met gal was voor haar nog niet leég gedronken. Door ziekte als gebroken, woedend over de wending die deze zaak had genomen, liep de -kantoorbediende van den eenen rechter naar den anderen, overal de misdaad en niet de zelfmoord bewijzende, den misdadiger noemende, maar nerigerlis- werd hij aanhoord; zelfs werd hem het zwijgen opge-ega• Dat was nog niet al; hij beminde vurig zijne jonge Meesteres en toen hij hare verdwijning vernam, was hij als radeloos. Die laatste woorden sprak de oude man met zooveel gevoel en wanhoop uit, dat Grietje hem sterlings aanzag en iets meende te vragen. Vader Willem vervolgde eter: 'Zijn leven was vernietigd met de dood zijns meesters, met</p>
</text>
|