Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>Vroeg Jesus aan de Lazarussen, aan de Magdelena's, die hij redde van den dood en der ontucht, tot welk geloof zij behoorden, alvorens hij zijn goddelijke zege over hun uitstrekte? Neen, neen ! Verstootte hij den ongeloovigen of andersdenkenden om zijn ongeloof of verkeerd gedacht? Ook niet. En nogthans, wanneer de priesters iets goeds willen doen voor de armen, is hunne eerste vraag of zij goede christenen zijn en zij wei-- geren onderstand bij de ontkenning. Onze priesters zien bij den ongeloovigen niet naar het goed hart, niet naar het edel karakter, maar veroordeelen hem zonder te oordeelen, enkel oni zijn ongeloof. De Roomsch-Katholieke Kerk stelt zich aan als de eenige bezitster van al het goede, sublieme en edele en nogthans verloochent zij door hare daden, het leven van het edelste beeld dat zij aan haar hoofd heeft, het leven van Christus! Wat is er waar? Wanneer het leven van Christus de weg is die de christenen te volgen hebben, dan zijn de daden der Priesters valsch, en wanneer de daden der priesters goed zijn in oogen van God, dan was het leven van zijn zoon een misstap, eene misdaad tegenover u, () mijn God, Christus' vader in den hemel! Of de priesters zijn misdadig of Jesus was het of Godes leer is veranderd. En dat laatste veronderstellen is Gods wijsheid, Gods woord verloochenen! Wat te volgen van deze twee tegen elkander strijdende loopbanen? Zal of kan Christus in den hemel de daden goed keuren zijner dienaars, wanneer hij hier op aarde regelrecht anders handelde? En hij, die immers God was en is, was dan toch ten volle bewust van hetgeen hij dan zelf deed en is bet flu van hetgeen hij toelaat! Is hij, de wetgever der menschen, de opperste wijsheid, dus van denkwijze veranderd tegenover zijn eigen eeredienst en tegenover het volk? Of zijn de armen van heden anders niet meer waard dan verachting, terwijl die van over eeuwen, welke niet beter waren dan de huidige rampzaligen, liet offer van een God verdienden? 18</p>
</text>
|