Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>Zijn geest werd er door getroffen, een tijd lang bleef hij het aanstaren en sprak: -- Jesus Christus, mijn Heer en mijn God, gij die zooveel geleden hebt voor het goede, sta mij bij, begeester mij in die bange stonden van den twijfel en verlos mij uit zijne klauwen. Spreek één enkel woord dat tot in mijn hart do'ordringt, werp een uwer goddelijke lichtstralen op mij, om de nevelen op te klaren die mijn geest verduisteren.</p>
<p>Red mij, 15 Heiland, ik smeek er u op de knieën om! En Paul zonk op de knieën, de handen biddend naar het kruisbeeld uitgestrekt. Na eenigen tijd in die houding te zijn gebleven, na alles te hebben gedaan om zich in het gebed te verdiepen en daarin dezelfde genoegens, dezelfde verlichting des harten van vroeger te vinden, richtte hij zich op, moedeloos, afgemat. Helaas, zelfs het gebed, de welgemeendste en rechtzinnigste bede kan mij niet meer vertroosten. Ik voel het wel, die twijfel neemt meer en meer mijne ziet in en vruchteloos Worstel ik er tegen, evenals de uitteerende tegen de kwaal die hem ten grave sleept. Vroeger leefde dat beeld voor mij, het was geen marmer die daar hing, maar het eeuwig levende beeld van een lijdenden God!</p>
<p>En thans! thans is mij gedurende mijn gebed het godtergende gedacht te binnen gekomen, dat ik nu voor steen knielde zooals de eerste menschen voor de hemellichamen en de dieren deden. En ik meende dan den grijnslach te hooren en heb mijn gebed gestaakt, schrikkend voor den spot. 0 die helsche spot, die vermaledijde twijfel, zij zullen mij iri het ongeluk storten... Maar ook waarom zijn er zooveel tegenstrijdigheden in onzen godsdienst en in zijne voorschriften? Waarom is het heden zonde en slecht het voorbeeld, den weg te volgen van</p>
</text>
|