Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>kunnen uitoefenen en de Meerderheid des volks onder den invloed hunner uitdrukkingen staat. Maar helaas! wat kon Paul alleen tegen 'die duizenden? Niets. Hij Werd door den volkshoop geslingerd als eenen machteloozen reddingsboot door de woeste baren eener holle</p>
<p>zee. 'Maar hoe was hij den ongelukkigen kunnen naderen? Door zijne tegenwoordigheid van geest. Paul bevond zich in de Oudburg, op weg naar zijne moeder; toen hij op eens achter zich verwarde kreten hoorde en ,kort daar6p eene ontelbare menigte de straat zag binnenstormen; in haar midden een man bemerkende die het mikpunt aller slagen en scheldwoorden was, raadde hij aanstonds wat er gaande was en nog gebeuren kon. Zich niet bekommerend over het, gevaar van verpletterd te worden, slechts gehoor gevende aan de ingevingen van zijn hart, wierp hij zich te midden der massa, op het °ogenblik dat zij, door het nederstorten van haar slachtoffer, stilstond. Steeds roepende : laat mij den stervende de laatste sakramenten geven! was hij na vele pogingen tot den heer Voortman doorgedrongen. Zijn list en zijn kleed hadden hem doen gelukken. Maar pas had hij zich over den ongelukkigen gebogen en gedeeltelijk het bloed afgewischt dat van zijn aangezicht droop, of dit deel der menigte dat de rede van dien stilstand niet giste, drong voorwaarts, Paul en degenen welke hem omringden met verplettering bedreigende. En als door razernij bezeten rolde gansch de woedende hoop naar</p>
<p>de Vrijdagmarkt voort. Daar gekomen sloeg de jonge priester de oogen naar de vensters zijner woningen bemerkte Zijne moeder en Grietje, die ontzet schenen over het schrikwekkend schouwspel dat zich voor hunne oogen ontrolde. Weldra bespeurende dat hij door hun was gezien geworden, wierp hij hun een groet met de hand om hun gerust te stellen. Die beweging en kortstondige vergetelheid zijns gevaarlijken toestands, waren hem noodlottig. Eensklaps drong</p>
</text>
|