Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>Door eene dier plotselinge bewegingen der massa, welke men in alle volkshoopen aantreft, was Paul na zijnen val van Voortman gescheiden geworden en in eenige oogenblikken zoover er van verwijderd, dat hij onmogelijk hem nog kon genaken. Kort nadien lag de fabriekant bij den boom van vrijheid neder. Een kring werd rond hem gevormd. De man die hem daar gebracht had trad nu op hem toe en sprak, hem een stamp met den knie gevende: Op schurk, op dief van het loon der werklieden! Op en denloom van vrijheid gekust! Voortman bleef liggen; de man trok er hem naar toe. Genade! genade! smeekte de ongelukkige. Hij vraagt genade, spinners, wat zegt gij er van? Een spottend gelach en verwarde kreten waren het antwoord. Aan den boom, aan den boom! riep de man op nieuw en wanneer gij hem niet uit eigen beweging kust, hang ik er u aan op, zoo waar ik leef! Door kreten» en toejuichingen vuurde de massa den man aan. Genade, genade! kermde de fabriekant, zoodanig verschrikt dat zijne tanden klapperden en aan ieder zijner hoofdharen een druppel zweet hing.</p>
<p>Geene genade voor u, den boom gekust! -- Genade, genade, ik zal u al geven wat gij vraagt! Geene genade, zeg ik u, riep de man met woestheid. Geene genade! Hebt gij aan mijnen vader genade geschonken, toen hij u smeekte om bij u te mogen blijven werken? Hebt gij hem niet op straat geworpen, nadat hij veertig jaren u "had helpen rijk maken?</p>
<p>Genade! ik zal al het begane kwaad herstellen!</p>
<p>Geene genade voor u! Hebt gij genade aan uwe spinners geschonken toen zij u vroegen de loonsvermindering in te trekken, toen gij hun met het gevang bedreigdet? Hebben de</p>
</text>
|