| Full text |
23
betreffend Verkehr mit Fuhrwer-
ken, die zum Waren- oder Brief-
schmuggel geeignet sind.
21.
Alle Fuhrwerke — Wagen, Karren u. dgl.
die durch Vorhandensein von doppelten Böden,
doppelten Sitzbrettern oder Bocksitzen, von
doppelten Wänden und Decken, von Einsatz-
kästen und dgl. sich zum Waren- oder Brief-
schmuggel eignen, dürfen 14 Tage nach dem
Erlass dieser Verordnung nicht mehr ver-
kehren, wenn bis dahin die zum Waren-
und Briefschmuggel geeigneten Einrichtungen
nicht beseitigt sind.
2 2.
Wagen, die nach ihrer Bauart mit einfachen
Kästen unter dem Bocksitz oder unter den
Innensitzen versehen sind (z. B. Landauer),
dürfen zwar verkehren, jedoch ist der Führer
des Wagens den prüfenden Militärpersonen
oder Beamten gegenüber verpflichtet, sofort
alle derartigen eingebauten Behältnisse anzu¬
geben und zu öffnen.
2 3.
Zuwiderhandlungen werden, auch neben
einer etwaigen Bestrafung wegen Waren-
oder Briefschmuggels, mit Gefängnis bis
6 Monate oder Geldstrafe bis 1000 Mark
allein oder in Verbindung miteinander, sowie
mit Einziehung des Wagens ohne Rücksicht
auf dessen Eigentum bestraft.
Zuständig sind die deutschen Militärgerichte
und Militärbehörden.
Brüssel, den 19. März 1917.
(Staatsdr.— Nr.826.)
G. G. III 627.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr VON BISSING,
Generaloberst.
betreffende het verkeer van voer¬
tuigen, die geschikt zijn om goe¬
deren en brieven te smokkelen.
Al de voertuigen (rijtuigen, karren, enz.
met dubbelen bodem, dubbele bankplanken
of bokzitvlakken, dubbele zijvlakken en
kappen, in het raam en andere deelen aan
passende kisten enz., die ze geschikt maken
voor het smokkelen van goederen of brieven,
mogen 14 dagen na de uitvaardiging van deze
Verordening niet meer voor het verkeer ge-
bruikt worden, ingeval de tot het smokkelen
van goederen en brieven geschikte inrichtingen
op dat tijdstip niet verwijderd zijn geworden.
? 2.
Rijtuigen, die door den aard van den bouw,
van kisten met enkele wanden onder het bok-
zitvlak of onder de zitplaatsen in het rijtuig
zelf voorzien zijn (zooals landauers), mogen
verder in gebruik blijven; de voerder van
zulke rijtuigen is evenwel verplicht terstond al
de ingemaakte bakken aan de militairen of
beambten, die met het onderzoek der voer¬
tuigen belast zijn, aan te wijzen en voor hen
te openen.
3.
Overtredingen worden gestraft met ten
hoogste 6 maand gevangenis en met ten
hoogste 1.000 mark boete, of met één van
beide straffen, alsook met de verbeurdverkla¬
ring van het rijtuig, om het even wie er de
eigenaar van is. Bij voorkomend geval zal de
overtreder eveneens wegens het smokkelen
van goederen of brieven gestraft worden.
De Duitsche krijgsrechtbanken en krijgs
overheden zijn tot oordeelvellen bevoegd.
Brussel, den 19° Maart 1917.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr VON BISSING,
Generaloberst.
concernant la circulation des véhi¬
cules pouvant servir à la contre¬
bande des marchandises ou des
lettres.
Dès le 14° jour après la publication du
présent arrêté, tous les véhicules (voitures,
charrettes, etc.) qui peuvent servir à la contre¬
bande des marchandises ou des lettres parce
qu'ils possèdent des doubles fonds, des sièges
à double fond, des parois latérales ou supé¬
rieures doubles, des coffres, etc adaptés au
châssis ou à d'autres parties, etc. ne pourront
plus circuler que si les dispositifs facilitant
ladite contrebande, ont été enlevés.
2 2.
Les véhicules qui, conformément à leur
genre de construction, sont pourvus de coffres
à parois simples, etc. sous le siège du cocher
ou sous les sièges intérieurs (p. ex. les landaus)
peuvent continuer à circuler, mais le conduc¬
teur est tenu d'indiquer et d'ouvrir immédiate¬
ment au militaire ou à l'agent procédant à
l'examen tous lesdits coffres, etc. aménagés
dans le véhicule.
23.
Indépendamment de la peine qui pourra
être appliquée pour contrebande de marchan¬
dises ou de lettres, toute infraction au présent
arrêté sera punie soit d'un emprisonnement
de 6 mois au plus et d'une amende pouvant
atteindre 1000 marcs, soit d'une de ces deux
peines à l'exclusion de l'autre; en outre, on
prononcera la confiscation du véhicule, quel
qu'en soit le propriétaire.
Les tribunaux et autorités militaires alle¬
mands sont compétents pour juger les infrac¬
tions au présent arrêté.
Bruxelles, le 19 mars 1917.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr VON BISSING,
Generaloberst.
|
