| Full text |
Engelsche kooplieden, ook buiten markttijd zullen mo-
gen voeren waar het de kooplieden gelieft op een rede-
lijk loon.
3) dat burgemeesters en schepenen jaarlijks voor het
inblazen van de Sinksenmarkt zullen doen vergaderen
de tollenaars, kraanmeesters, waagmeesters, voerlieden
en accijnzers, en hen onderwijzen omtrent de rechten
en voorrechten der Engelsche natie, opdat men niet te
veel eische.
4) dat zoo wie voortaan binnen de Antwerpsche jaar-
markten eenige Engelsche lakens koopen wil, de lakens
en de breedte dezer voor zijn oogen zien zal, en als het
laken verkocht is, dat dan de kooper keus hebben zal.
als het laken uit den kelder gedaan wordt, of hij het
laken gestreken wil hebben of niet, en of hij het met
den stukke wil hebben zooals het daar ligt. (Met, ver-
der, regeling van het «strijkgeld»). En als men eenig
laken koopt met den stukke, dat de kooper daarvan geen
beternis hebben zal, na den koop, van lengte of van
breedte. ten ware bij bijzondere besproken voorwaar-
den. Maar indien de kooper eenig gebrek bevindt, dat
men van buiten niet zien kon, dat de verkooper den
kooper dit gebrek oprechten zal, ten laatste binnen
markttijd.
5) dat de arbeiders die de Engelsche waren pakken,
hetzelve goed van de markten te schepe zullen mogen
brengen ; en dat de kraanmeester den Engelschen koop-
lieden gereedschap zal moeten maken van rolwagens,
naar inhoud der privilegiën, — dit ook en vooral bui-
ten de markttijden.
6) dat de Engelschen 14 dagen voor het inblazen der
markten de eigenaars van huizen, togen en winkels,
waarvan zij huren, verwittigen zullen of zij ter markt
komen.
7) dat voortaan niemand in de Engelsche pakhuizen
165
? |
