Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>De familie Van Acken was weder gelukkig, maar zij had zonder de geestelijkheid gerekend. Deze, woedend over de afwijking van Paul, vergaf dit hem niet, en hem niet meer kunnende levend verbranden als in de middeleeuwen, vervolgde zij hem op eene andere wijze. In de kerk der parochie waarop hij woonde, werd hij van op den kansel, als een ketter in den ban geslagen en met de eeuwige straffen der hl overladen; maar wel wetende dat Paul voor die machtelooze woede en voor de hel de schouders zou hebben Opgetrokken, scholden de priesters op gansch de familie, zoodat alle de leden de zondenbok, het mikpunt der talrijke katholieken werden.</p>
<p>Ware Paul de zoon eener rijke familie geweest, de verwenschingen der priesters zouden de helft minder invloed hebben gehad; maar nu dat hij bijna arm was, vergaf het hem geen enkele katholieke, dat hij eene schoone betrekking, eene schitterende toekomst voor een beginsel opgaf, wanneer zij voor hun bestaan, heel dikwijls beginselen —als ze er hadden -- en geweten met voeten traden. Men wees dan Paul en de zijnen met de vingeren en Wat het ergste was, men deed aan mevrouw Van Acken, Helena zij werkte mede gedurende hare tegenwoordigheid in huis en Grietje haar werk en aan Victor, de Plaats, die hij sinds korten tijd bekleedde, ontnemen. Dit was een harde slag, maar hij had een verkeerd uitwerksel. Hij maakte Victor woedend, Grietje nog liefdevoller voor den beminden vervolgde, Helena sterker dan Zij meende te kunnen zijn in moeielijke omstandigheden en bracht verachting voor de priesters in mevrouw Van Acken's hart.</p>
<p>Moed en strijdlustigheid, niet tegen de zwarte mannen, maar tegen den last des levens, kwam en in alle harten en het Was met opgeruimdheid dat het voorstel van Paul werd aanhoord, om de stad of het land te verlaten en zich elders te vestigen.</p>
</text>
|