Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>Da daal van Paul trof haar nog te meer, omdat haar hart nog bloedde aan de wonde ,door den dood van André ontvangen. Het was voor haar schok op schok en haar gemoed bezweek bijna onder den last van lijden en smarten, die zich zoo snel opvolgden.</p>
<p>Helena had Paul niet afgekeurd, maar niet aangemoedigd ook; zij begreep dat hij alleen meester van zijn wil moest zijn. Zij zweeg om eene tweede rede. Hare tegenwoordigheid in het Hollandschkamp,had haar een afschuw van de grooten der wereld en van hen ,die hun steunen, gegeven. Tevens had zij bemerkt, dat haar echtgenoot met zekeren tegenzin zijn degen bleef dragen, maar voor een ontslag terugschrikte, omdat de toekomst zich donker en onzeker voor zijn oog vertoonde. Rudolf had haar zijn afschuw voor zijn ambt medegedeeld en zij had hem gelijk gegeven; maar ook zij vreesde de toekomst en had hein aangeraad te wachten, tot eene gunstige gelegenheid zich aanbood.</p>
<p>Daarom wilde zij Paul in zijn voornemen noch goed- noch afkeuren, daar zij zelve geen raad wist in de bijna gelijke zaak, die haar en Rudolf betrof.</p>
<p>Toen Paul in zijne woning trad, na het verlaten van het dorp, was het daar stil. Uit eerbied voor de moeder dierven de kinderen geene blijken van tevredenheid geven, en Paul was nog te veel onder den invloed van het gebeurde om luidruchtig te zijn. Er heerschte daar eene van die pijnlijke stilten, welke zich soms in de familën, bij eene gewichtige gebeurtenis of wanneer een der leden iets heeft begaan dat de anderen laken, voordoen.</p>
<p>Die toestand verergerde nog door het gebabbel der geburen die, een rijtuig ziende naderen en vermoedende dat Paul wiens besluit zij reeds kenden er in zat, zich in de nabijzijnde winkels in groepjes hadden vereenigd, zelfs vlak</p>
<p>Zorg gij dan maar voor uw geluk als ik het niet meer doen mag.</p>
</text>
|