| Full text |
SO
Ho GERUSTE LIEDEN.
1 Geruste lieden zijn blind : zij zien maar door het troetlen
Van hun eenparigheid, Zij keuren 't al voor hoetlen
Wat onrust geven kan. Zij zien de zorgen aan
En Voor schroeven zonder eind’, die doorde zinnen gaan
5 En schroeven vruchteloos, Zij zien den dag van morge
Niet eer dan 't morgen is. Zij wilden geerne borgen
Kon ’t zorgeloos geschfen. Zij wisten geern hoe ’t gaat
In 's vaderlands bestuur, hoe 't met den oorlog staat,
Wat Munster broeien zal, waar’ 't kommerloos te lezen.
to Zijziea hun plichten niet of schrikken voor hun wezen,
Als wasr’ ‘St Medusa's hoofd, Zij ziet niet dat een man
] Zijn landheer schuldig is al wat hij weeten kan
u Zij zien hun huisgezin niet hollen door de slaapzucht
Van hun onwekbaar oog. Zij zien niet of een aap zucht
15 Of eenig Cristi lid; Zij zorgen als de kat :
Zij zagen gaarne een vriend geholpen uit het nat
Kon 't maar droogpoots geschten; zij wilden gaarne stelpen
Des naasten woedend vuur, waar’ 't met een wensch te helpen
gen Zij gingen gaarne in 't huis van jammer en verdriet,
20 Verstoorde maar 't gekerm hun zoete weelde niet,
Zij zien den rook opgaan van Engeland in kolen,
Van Ierland half in de asch, van Duitschland, van de zolen
Ten halve toe verschroeid : maar ’t is een schrikkig zien,
Gelijk kleinhartigen staan bij gekwetste lfen
25 En vreezen voor een zwijm, die hun gezondheid krenken
Hun aanzicht slenken mocht ; zij keeren zelfs hun denken
Van den ellendige; zij wenden ‘t van de ree
Waar 's naasten schip op stuit en kiezen volle zee,
De zee van gerustheid ; daar hoeft nog touw noch lood uit.
30 Hun broeder mocht vergaan, zij zetten niet een boot uit.
Zij zien niet dat zijn leed mag morgen zijn hun wee.
Zij zien niet hoe 't hun ging als God met hen zoo dêe.
? |
