Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>Ook aan den ondertitel van dit geromanceerd Bruegelleven, ergerde zich de oude Pieter : « zoo heb ik u uit uwe werken geroken »; dat was nu weer iets !... Inderdaad : iets, dat allicht wees op de specifieke, zintuigelijke geaardheid van Timmermans, (hij, evenals o. a. een Mauriac, artist, voor wien de geuren wel degelijk bestaan) en, verder, herinnerde aan een uitlating over Bruegel van dien keurigen Karel van Mander, wiens proza zoo frisch-oorspronkelijk bleef : « In zijn reyzen heeft hy veel ghesichten nae 't leven » gheconterfeyt, soo datter gheseyt wort, dat hy in d'Alpes » wesende, al die berghen en rotsen had ingheswolghen, en t'huys » ghecomen op doecken en Penneelen uytghespoghen hadde, so » eyghentlijck con hy te dezen en ander deelen der Natuere nae » volghen. » Om die meening, hem naderhand ongetwijfeld door een medium, in een of ander spiritenbijeenkomst, bekend gemaakt, zal de oude Bruegel wel eens hartelijk meegelachen, meteen was voorzeker ook zijn ergernis om dat « rieken », van de lucht!</p>
<p>Op details kan gevit; op slordigheden gewezen (bij welken kunstenaar niet?) ; als litteraire uitwerking van een reeks piktureele schetsen, diende « Pieter Bruegel » onvoorwaardelijk burgerrecht verzekerd. Wie hier echter naar de uitdrukking zocht van het vlaamsch leven en het vlaamsch volk, en om de eenzijdigheid der voorstelling, bedrogen uitkwam, had alleen met een averechtsche esthetische opvatting, zijn misrekening uit te vechten. Bedoeld wordt niet dan een fragmentarisch uitzicht op leven en menschen, een brok natuur maar. Geen schrijver trouwens wordt tot taak gesteld het heele panorama, met bergen en dalen, op zijn eentje, te borstelen; dat kan slechts in samenwerking met kunstgenooten ; en dan nog, blijken steeds allerlei hoekjes en kantjes uitgeschakeld. Nooit is kunst de totaal-uitdrukking van de heele werkelijkheid. Zoo</p>
<p>dering alweer v00r... 't geheim der schoonheid, in ieder echt kunstwerk besloten.</p>
</text>
|