| Full text |
betr den Schiffsverkehr
durch die Scheldebrücke
bei BURGHT.
Die Brücke ist, soweit militärische Interessen
dies gestatten, zur Durchfahrt von Schiffen täglich
von 8.50 — 10 Uhr vormittags und von 3 — 4.30
Uhr nachmittags geöffnet.
Anweisung für die Durchfahrt.
1, Die untere Stromwache befindet sich bei der Station de Waes (zwischen
Hangar 16 und 17), die obere Stromwache bei Fort Cruybeke.
Von diesen Stromwachen werden folgende Signale gezeigt ;
Rote Flagge "Halt".
Weisse Flagge: Durchlass für flussaufwärts
fahrende Schiffe.
Grüne Flagge : Durchlass für flussabwärts
fahrende Schiffe.
Bei Signal "Halt" haben sämtliche Schiffe ausserhalb des Haltesignals
das Durchfahrtssignal abzuwarten.
2. Die zwischen Stromwache und Brücke liegenden Balkensperren sind an ihrer
Durchlassstelle mit roter bezw. schwarzer Flagge bezeichnet. Diese sind wie
Fahrwassertonnen zu passieren, d. h. flussaufwärts bleibt rot an Steuerbord,
schwarz an Backbord.
3. Ist die Durchfahrt freigegeben, so haben die Schiffe 500 m vor der Brücke die
Fahrt so zu verringern, dass die Annäherungsgeschwindigkeit „kleiner Fahrt““
entspricht. Diese Fahrt ist bis 500 m hinter der Brücke beizubehalten.
4. Schleppdampfer dürfen den Durchlass in der Regel nur mit einem Schiff im
Schlepp durchfahren. Bei ruhigen Wind- und Wasserverhältnissen kann der
Offizier vom Brückendienst gestatten, dass von einem Schleppdampfer
gleichzeitig 2 Schiffe durchgeschleppt werden. In diesem Falle müssen die
geschleppten Schiffe Bord an Bord gekoppelt werden und dürfen von Aussen-
bord des einen zu Aussenbord des anderen Schiffes gemessen einen Raum von
höchstens 15 m Breite einnehmen. Bei stürmischem Wetter bleibt es dem
Ermessen des Offiziers vom Brückendienst anheimgestellt, das Offnen der Brücke
zu unterlassen.
Den Anordnungen des Offiziers vom Brückendienst und der Stromwachen
betreffend das Durchschleppen von Schiffen ist bei Meidung der Bestrafung gemäss
Ziffer 7 unbedingt Folge zu leisten,
5. Schiffe, deren Bestimmungsort zwischen Stromwache und Brücke liegt, haben
jederzeit von der Stromwache die besondere Erlaubnis sowohl zum Anlegen als
auch vor der Abfahrt zum Weiterfahren einzuholen.
6. Die Signale und strompolizeilichen Anordnungen der Stromwachen sind unbe-
dingt zu befolgen. Die Stromwachen sind zur Durchsuchung der Schiffe befugt.
7. Wer den Anordnungen der Wachen und Posten nicht gehorcht, hat den
Gebrauch der Schusswaffe zu gewärtigen.
Zuwiderhandlungen gegen die vorstehenden Bestimmungen werden ferner
mit Gefängnis bis zu 2 Monaten oder mit Geldstrafe bis zu 1000 Mark bestraft
werden. Für etwaige Beschädigungen werden ausserdem die Schuldigen haftbar
gemacht werden,
8. Diese Bekauntmachung tritt an Stelle der Bekanntmachung betr. den Schiffs-
verkehr der Scheldebrücke vom 16.1.15 sofort in Kraft.
Antwerpen, den 14. Dezember 1915.
Kaiserliches Gouvernement.
aangaande het scheepvaart-
verkeer door de Scheldebrug
bij BURGHIT.
De brug is voor het doorvaren van schepen,
voor zoover dit met de krijgsbelangen overeen-
komt, dagelijks van 8.30 tot 10 uur ’s morgens en
van 5 tot 4 50 uur ’s namiddags geopend.
Regeling van de doorvaart.
1. De wacht stroomafwaarts van de brug bevindt zich nabij de statie Waes (tusschen
afdak 16 en 17) ; de wacht stroomopwaarts bij het fort Cruybeke.
De signalen welke door deze stroomwachten gegeven worden zijn de volgende :
Roode vlag : Stilhouden.
Witte vlag . Stroomopwaarts varende schepen
worden doorgelaten.
Groene vlag : Stroomafwaarts varende schepen
worden doorgelaten.
Wanneer het signaal „Stilhouden“e gegeven wordt, moeten alle
schepen, alvorens dit signaal voorbij te varen, het signaal voor de doorvaart
afwachten.
2. De tusschen de stroomwacht en de brug liggende balkenafsluitingen zijn aan de
plaats van doorvaart met een roode en met een zwarte vlag aangeduid. Deze
vlaggen moeten op dezelfde wijze als de vaarwatertounen voorbijgevaren worden,
n. 1. : stroomopwaarts blijft rood aan stuurboord, zwart aan bakboord.
3. Wanneer de doorvaart toegestaan is, moeten de schepen op 500 m. vóôr de
brug hun vaart derwijze vertragen, dat deze bij de brug op „,kleine snelheid““
is teruggebracht. Deze laatste snelheid moet tot 500 m. voorbij de brug
behouden worden.
4. De sleepbooten mogen in den regel slechts met één schip door de opening varen.
Bij stillen wind en bij stil water kan de officier die den dienst aan de brug waar
neemt, toelaten, dat door een sleepboot tegelijkertijd 2 schepen doorgesleept
worden. In dit geval moeten de gesleepte schepen boord aan boord gekoppeld
worden en mogen zij, van den buitenboord van het eene tot den buitenboord
van het andere schip gemeten, slechts een ruimte van ten hoogste 15 m. breedte
innemen. Bij stormweder wordt het aan het oordeel van den officier, die met
den dienst aan de brug belast is, overgelaten de brug niet te openen.
De bevelen van den officier, die met den dienst aan de brug belast is en van
de stroomwachten betreffende het doorsleepen van schepen moeten, ter ver-
mijding van de in par. 7 voorziene straffen, stipt nageleefd worden.
5. Schepen, welke voor een plaats tusschen de stroomwacht en de brug gelegen
bestemd zijn, moeten steeds aan de wacht een bijzondere toelating vragen,
zoowel om aan te leggen, alsook, voor het vertrek, om verder te mogen varen.
6. Signalen en politievorschriften van de stroomwachten moeten onvoorwaardelijk
nageleefd worden. Deze wachten hebben het recht de schepen te doorzoeken.
7. Wie de bevelen van de wachten en posten niet naleeft, zal op het gebruik van
schietwapens moeten verdacht ziju.
Verder wordt het niet naleven van de voormelde voorschriften met gevan-
genis, die tot 2 maanden kan beloopen, of met een geldboete, die tot 1000 Mark
kan bedragen, gestraft. Voor mogelijk toegebrachte beschadiging worden de
schuldigen bovendien verantwoordelijk gesteld.
8. Deze bekendmaking vervangt de bekendmaking aangaande het scheepvaartver-
keer door de Scheldebrug van 16.1.15 en treedt dadelijk in werking.
Antwerpen, den 1 4der December 191 5.
Keizerlijk Gouvernement.
concernant le passage de bateaux
à travers le pont de l'Escaut
près de BURGHT.
Le pont est ouvert pour le passage des bateaux,
pour autant que les intérêts militaires le per
mettent, tous les jours de 8.50 à 10 heures du
matin et de 5 à 4.30 heures de l'après-midi.
Instructions pour le passage.
1. La garde en aval du pont se trouve près de la gare du Pays de Waes (entre les
hangars 16 et 17) ; la garde en amont près du fort de Cruybeke.
Les gardes du fleuve donneront les signaux suivants :
Drapeau rouge : Arrêtez.
Drapeau blanc : Passage des bateaux remon¬
tant le fleuve.
Drapeau vert ; Passage des bateaux descen¬
dant le fleuve.
Au signal "ArrêteZ'' tous les bateaux devront, avant de dépasser ce
signal, attendre que le signal autorisant le passage soit donné.
2. Les barrages au moyen de pieux qui se trouvent entre la garde et le pont sont
indiqués, au lieu de passage, par un drapeau rouge et par un drapeau noir.
Ils devront être considérés comme des bouées de direction, c’est-à-dire qu’en
amont on laisse le rouge à tribord et le noir à bâbord,
3. Si le passage est ouvert, les bateaux devront, à une distance de 500 m. avant
le pont, diminuer leur vitesse de telle façon qu’ils s'en approchent à „petite
vitesse“* On conservera cette vitesse jusqu’à 500 m. au delà du pont,
4. Les remorqueurs traversant la coupure ne peuvent traîner en règle générale
qu'un seul bateau. L’officier de service au pont peut, quand le vent et l'eau
sont calmes, permettre à un remorqueur qui traverse la coupure, de trainer en
même temps deux bateaux. Dans ce cas, lès bateaux remorqués doivent être
accouplés bord à bord et ne peuvent occuper un espace de plus de 15 m de
largeur, cet espace étant mesuré du bord extérieur de l’un au bord extérieur
de l'autre des deux bateaux. En temps orageux, il est laissé à l'appréciation
de l'officier de service au pont de ne pas ouvrir le pont.
Pour éviter les peines prévues au par. 7, les instructions de l'officier de
service au pont et des gardes du fleuve, concernant le remorquage de bateaux,
doivent être observées rigoureusement.
5. Aussitôt que le signal d’arrêt sera donné, les bateaux dont le lieu de destination
est situé entre le lieu où se trouve la garde et le pont, devront demauder à la
garde l'autorisation spéciale d'amarrer et, avant leur départ, de continuer leur
course.
6. Les signaux et les instructions des gardes devront être rigoureusement observés.
Les gardes auront le droit de faire des perquisitions à bord des bateaux.
7. Quiconque refusera de se conformer aux instructions des gardes et postes mili-
taires devra s'attendre à l’usage des armes à feu.
Les contraventions aux prescriptions susmentionnées seront d'autre part
punies d'emprisonnement qui pourra comporter 2 mois au plus, soit d’une
amende qui pourra s’élever à 1000 Mark. Les coupables seront tenus respon-
sables des dommages qu'ils auront éventuellement occasionnés.
8. Le présent avis remplace celui concernant le passage de bateaux à travers le
pont de l'Escaut du 16.1.15 et entre immédiatement en vigueur.
Anvers, le 14 décembre 1915.
Le Gouvernement Impérial
Druckerei KARL BROEL, Antwerpen.
|
