| Full text |
24
23
26
mm
aiiaie
32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 4
anaie
laluialaluiu
n
an
Verordnung,
betreffend Verwertung von Rohfetten
von Rindern und Schafen.
Artikel I.
Das bei der gewerbsmässigen Schlachtung von Rindern und Schafen
entfallende Rohfett mit Ausnahme des Nierenfettes ist unmittelbar nach
der Schlachtung an die von der Oelzentrale bestimmten Aufkäufer
abzuliefern.
Die Oelzentrale setzt angemessene Preise fest, die bei der Ablieferung
gezahlt werden.
Artikel II.
Bei der Behandlung des Rohfettes sind die von der Oelzentrale
bekanntgegebenen Vorschriften zu beachten.
Artikel III.
Zuwiderhandlungen gegen Artikel I, Absatz 1, und gegen die auf
Grund des Artikels II von der Oelzentrale erlassenen Vorschriften
werden mit Geldstrafe bis zu 5000 M und mit Gefängnis bis zu drei
Monaten oder mit einer dieser beiden Strafen geahndet. Ausserdem
kann auf die Einziehung der Rohfette, bezüglich deren die Zuwider-
handlung begangen ist, erkaunt werden.
Zuständig sind die deutschen Militärgerichte.
Brüssel, den 9. Dezember 1945.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr von BISSING,
IV/11896.
Generaloberst.
Bekanntmachung
Auf Grund der Verordnung, betreffend Verwertung von Rohfetten von
Rindern und Schafen, vom 9. Dezember 1945 wird folgendes bekannt
gemacht :
Die gemäss Art. 1 der Verordnung von den Aufkäufern gesammelten
Rohfette sind an die unter der Leitung der Oelzentrale stehende :
Talgschmelze von J. Weinhausen,
Chaussée de Mons, 189, Brüssel,
abzuliefern.
II.
Für Rohfette von Rindern und Schafen werden bei der Ablieferung
an die Aufkäufer von der unter I genannten Talgschmelze folgende
Preise für das Kilogramm frei Abgangsstation gezahlt :
für Rinderfett.
Franken 2.50
» Schaffett
2.—
» Darmsett
„ 1.50
» Abfallschaffett
1.50
III.
Das Rohfett muss wie folgt behandelt werden :
Unmittelbar nach der Schlachtung muss das Fett mit bestem Feinsalz
leicht angesalzen werden und zwar so, dass möglichst alle Teile mit einer
leichten Salzschicht bedeckt sind. Dann ist das Fett in einem möglichst
kühlen, schattigen Raum einige Stunden zum Trocknen aufzuhängen,
wobei stärkerer Luftzug zu vermeiden ist. Das kleine Abfallfett ist
besonders gut zu salzen und auf sauberen Brettern zu trocknen.
Das verwandte Salz muss von bester Beschaffenheit (Speisesalz) sein
und darf keinerlei Geruch aufweisen. Auch ist zu vermeiden, dass das
Salz in der Nähe von Häuten, Fellen oder anderen Gegenständen lagert.
von denen es Geruch annehmen kann.
Das Fett muss sauber und namentlich frei von Abfällen, Därmen usw.
gehalten werden.
Frisches und verdorbenes Rohfett darf unter keinen Umständen
zusammengepackt werden.
Die zum Versand benutzten Körbe sollen gefüllt in der Regel nicht
mehr als 50 kg wiegen.
Verordening
betreffend benuttiging van ruwe vetten
van runderen en schapen.
Brüssel, den 9. Dezember 1945.
Die Oelzentrale in Belgien.
Art. I.
Het uit de slachterijen voortkomende ruwe runds- en schapenvet, uit¬
gezonderd het nierenvet, moet onmiddellijk na het slachten aan de door
de « Oelzentrale » aangeduide opkoopers afgeleverd worden.
De «Oelzentrale » stelt billijke prijzen vast, die bij de levering betaald
worden.
Art. II.
Bij de behandeling van het ruwe vet moeten de afgekondigde voor-
schriften der « Oelzentrale » gevolgd worden.
Art. III.
Overtredingen van art. I, lid 1 en van de op grond van art. II door
de « Oelzentrale » uitgevaardigde voorschriften worden met ten hoogste
5000 Mk en ten hoogste drie maand gevangenis of met een van beide
gestraft. Bovendien kan verbeurdverklaring der ruwe vetten, voorwerp
der overtredingen, uitgesproken worden.
Bevoegd zijn de Duitsche krijgsrechtbanken.
Brussel, den 9» December 1915.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr von BISSING,
Generaloberst.
bekendmaking
Op grond der verordening van 9 December 1945, betreffend benut-
tiging van ruw vet van runderen en schapen, wordt het volgende ter
kennis gebracht :
De overeenkomstig art. 1 der Verordening door de opkoopers verza-
melde ruwe vetten moeten aan de
Vetsmelterij van J. Weinhausen,
Steenweg van Bergen, 189, Brussel,
die onder de leiding der « Oelzentrale », staat afgeleverd worden.
II.
Voor ruw vet van runderen en schapen worden bij levering, door de
onder I voornoemde Vetsmelterij, aan de opkoopers de volgende prijzen
per kgr. vrij uit vertrekstation betaald :
voor rundsvet
» schapenvet.
» darmvet.
» afvalschapenvet.
2.50 frank.
2.00
4.50 »
1.50 „
III.
Het ruwe vet moet als volgt behandeld worden :
Onmiddellijk na het slachten moet het vet met beste fijnzout licht
aangezouten worden en wel zoo, dat doenlijkst alle deelen met een
lichte laag zout bedekt zijn. Dan moet het vet in een doenlijkst koele,
lommerige plaats eenige uren te drogen gehangen worden, buiten ster-
ken tocht. Het kleine afvalvet moet vooral goed gezouten en op zuivere
borden gedroogd worden.
Het gebruikte zout moet van beste hoedanigheid (tafelzout) zijn en
mag niet den minsten reuk hebben. Het moet ook vermeden worden,
dat het zout in de nabijheid van huiden, vellen of andere voorwerpen
te liggen komt, van welke het den reuk kan overnemen.
Het vet moet zuiver en nl. vrij van afvalstoffen, darmen enz. gehouden
worden.
Versch en bedorven ruw vet mag in geen geval samengepakt worden.
De tot het verzenden gebruikte manden mogen gevuld doorgaans niet
meer dan 50 kgr. wegen.
Arrete
concernant l'utilisation des graisses brutes
de bœuf et de mouton.
Art. Jer.
La graisse brute obtenue lors de l'abatage professionnel des bœufs et
des moutons, à l'exception de la graisse des rognons, doit être livrée
immédiatement après l'abatage à l'agent réceptionnaire désigné à cette
sin par le Bureau central des huiles (Oelzentrale),
Le Bureau central des huiles fixe les prix, qui seront payés à la
livraison.
Art. II.
La graisse brute doit être traitée conformément aux instructions que
le Bureau central des huiles donnera à ce sujet.
Art. III.
Les contraventions à l'art. Ier, 1er alinéa, et aux instructions données
par le Bureau central des huiles en vertu de l’art. II seront punies soit
d'une amende pouvant aller jusqu'à 5 000 marcs et d'une peine d'empri¬
sonnement de 3 mois au plus, soit d'une de ces deux peines à l'exclusion
de l’autre. En outre, on pourra prononcer la confiscation des graisses
brutes qui auront donné lieu à la contravention.
Ces contraventions sont de la compétence des tribunaux militaires
allemands.
Bruxelles, le 9 décembre 1915.
Der General-Gouverneur in Belgien,
Freiherr voN BISSING,
Generaloberst.
Brussel, den 9n December 1945.
Die Oelzentrale in Belgien.
AVIS
En vertu de l'arrêté du 9 décembre 1915 concernant l’utilisation des
graisses brutes de bœuf et de mouton, nous portons le présent avis à la
connaissance des intéressés :
Les graisses brutes recueillies par les agents réceptionnaires, confor¬
mément à l'art. 1° de l'arrêté précité, doivent être délivrées à la maison
J. Weinhausen, fondeur de suif,
189, chaussée de Mons, à Bruxelles,
qui se trouve sous la direction du Bureau central des huiles.
II.
Lors de la remise des graisses brutes de bœuf et de mouton aux agents
réceptionnaires, la maison J. Weinhausen payera les prix suivants par
kg. livré franco en gare de départ :
graisse de bœuf
fr. 2.50
graisse de mouton
» 2.—
suif de boyaux et de tripes. » 1.50
déchets de graisse de mouton. » 1.50
III.
La graisse brûte doit subir le traitement suivant :
Aussitôt après l'abatage, la graisse doit être légèrement salée à l’aide
de sel fin de 1re qualité, de manière que toutes les parties soient autant
que possible recouvertes d’une légère couche de sel. Ensuite, cette
graisse, afin d’être séchée, doit être pendue pendant quelques heures
dans un endroit aussi frais et aussi sombre que possible et à l'abri des
courants d'air plus ou moins forts. Les petits déchets doivent surtout être
bien salés et séchés sur des planches propres.
Le sel employé à cette fin doit être de toute première qualité (sel de
ménage) et exempt de toute odeur. En outre, on devra éviter de déposer
ce sel dans le voisinage de peaux et autres produits dont il pourrait
prendre l'odeur.
La graisse doit être propre et surtout exempte de déchets, boyaux, etc.
La graisse brute fraîche et la graisse gâtée ne doivent jamais être
emballées ensemble.
Les paniers servant aux expéditions ne doivent pas, en général, peser
plus de 50 kg. lorsqu'ils sont remplis.
Bruxelles, le 9 décembre 1915.
Die Oelzentrale in Belgien.
|
