Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>wil maar niet inzien, dat eenzelfde tucht ook de hoogste kunst, de levenskunst, te beheerschen dient. En de perversiteit, die eens, na een schandig proces, Oscar Wilde in 't gevang bracht, verzekerde den apostel der homoseksualiteit een wereldberuchtheid! Tal van essays (17) werden zijn werk gewijd, ook van katholieke zijde; daar munten vooral uit : Charles Du Bos, Dialogue avec André Gide ('29), René Schwob, Le vrai drame d'André Gide ('32), Henri Massis, Jugements, II ('24), Victor Poucel, S. J., l'Esprit d'André Gide ('29). André Gide door Emile Gouiran ('34) is waardeloos.</p>
<p>Men deelt het leed der eerste twee essayisten, beiden bekeerlingen, en oud-vrienden van Gide, waar zij Gide aan Claudel hooren meedeelen « je me suis complètement desinteresse de mon áme et de mon salut »; men begrijpt heelemaal niet, hoe daar, met het oog op «Si le Gram n ne meurt », kan gewaagd van une « indéniable grandeur d'intention » (Du Bos, 267). Juist die meening is uit den booze ; terecht wijst dan ook Massis op het demonisch opzet bij Gide « une áme affreusement lucide dont tout l'art s'applique corrompre » (blz. 21). Om dergelijke kategorische uitspraken heeft men Massis aangevallen; alleen reeds om den titel « Jugements » viel men hem lastig. Meteen vertoonde zich duidelijk een kenmerkend tekort van de hedendaagsche kritiek over 't algemeen : zij is er niet meer om te oordeelen en veroordeelen ligt zeker in haar snaren niet! alleen maar om vast te stellen en te aanvaarden wat is... anders niets! Ging de schrijver rechtzinnig te werk? « La sincérité envers soi-méme » is ook tot eenig litterair kriterium opgetroond ! René Schwob besteedde 348 blz. aan het z.g. Gidiaansch drama : het mislukte pogen het berust immers uitsluitend op een doorzichtige « piperie de mots! » om te bewijzen, dat hij, Gide, gelijk heeft met te handelen zooals hij handelt, vermits het hem</p>
</text>
|